Kanaal Plassendale-Nieuwpoort

Wat door Middelkerkenaars gemeenzaam ‘de vaart' wordt genoemd, heet eigenlijk officieel het kanaal Plassendale-Nieuwpoort. Toen de vaart (min of meer) klaar was in 1640 spraken tijdgenoten van de ‘Nieuwe Riviere'.

Economisch belang

Het graven van dit kanaal paste in de ruimere doelstelling om Duinkerke met Brugge te verbinden via waterwegen en zo de reis- en levertijden aanzienlijk in te korten. Omdat deze steden er ook economisch baat bij hadden, werden de kosten gedragen door Brugge, Veurne en Duinkerke. Oostende, die door de komst van het kanaal het failliet van zijn haven vreesde, protesteerde heftig maar kon het graven uiteindelijk niet tegenhouden.

Groots openbaar werk 

Het tracé van het kanaal volgde voor een groot stuk de bedding van de oude Ieperleed. De volledige afstand (21km) werd opgedeeld in verschillende aanbesteding en fases die ten dele gelijktijdig door verschillende aannemers werden uitgevoerd. Op het toppunt waren er zo'n 800 arbeiders aan het graven. Het werk gebeurde met spaden, kruiwagens en planken die, nadat ze in de grond waren geheid, werden voortgetrokken om de aarde zo los te breken. De opgegraven aarde werd vervolgens gebruikt om aan weerszijden van het kanaal dijken op te trekken.

Bruggen en gehuchten

Op wat nu Middelkerks grondgebied is, werden relatief vlug (ca. 1640-1641) drie bruggen over het kanaal geworpen, nl. Leffinge, Slijpe en Fort Real (Fort van Nieuwendamme). Ter hoogte van deze laatste twee ontstonden twee gehuchten 'Slypebrugge' en 'Rattevalle'.
De drie voornoemde steden probeerden hun investeringen en onderhoudskosten te recupereren door het verpachten van allerhande dienstverleningen (zoals het bevaren van het kanaal door zgn. barges, het openen en draaien van sluizen en bruggen, enz.) of het heffen van belastingen op het gebruik van de gronden langs de oevers.

Pleziervaart

Vandaag wordt het kanaal voor de Vlaamse overheid beheerd door ‘Waterwegen en Zeekanaal NV'. Het wordt nu vooral gebruikt voor de pleziervaart en heeft dus een belangrijke toeristisch-recreatieve functie. Het jaagpad (Vaartdijk Noord) wordt intensief gebruikt door fietsers. Ook hengelaars vinden in groten getale de weg naar het kanaal en nestelen er zich graag in de graskant. Het belang van het goederentransport is daarentegen te verwaarlozen.

Meer info: E. Vyvey, De Nieuwe Riviere of: Het Kanaal van Plassendale naar Nieuwpoort, Middelkerke, 2010, 221p.