Wilskerke

Haerde Pollems Wal

Wilskerke werd als 'Willinki Capella' voor het eerst vermeld in 1201. Die kapel werd wellicht enige tijd daarvoor opgericht op ingepolderde gronden van de Testerepgeul, in de onmiddellijke buurt van het gehucht Haerde Pollems Wal. Dit aanzienlijk oudere gehucht was wellicht niet veel groter dan enkele huizen en lag aan de rand van een groot hof met walgracht. Deze site bleef bewoond tot de late middeleeuwen, maar werd toen verlaten. Enkel de bewoning rond de kerk bleef bestaan. In 1254 werd Wilskerke een onafhankelijke parochie als afsplitsing van de moederparochie Leffinge

Heilige Willem of Willem Bron?

De kerk kreeg Heilige Willem als patroon. Wellicht verwijst die naam ook naar Willem Bron, een man uit de entourage van de Graaf van Vlaanderen, die belangrijk was voor de inpoldering van de Testerepgeul.

Kleine gemeenschap

Wilskerke is steeds een kleine gemeenschap gebleven die het bijwijlen hard te verduren kreeg. In 1732 schreef een tijdgenoot dat Wilskerke een armoedig plattelandsdorpje was. Een van de twee beuken van de kerk lag in puin en werd lange tijd niet hersteld. Daarvoor waren er te weinig inwoners. Dat neemt niet weg dat er wel een sociaal leven was. Zo had Wilskerke, tussen 1664 en 1788, bijvoorbeeld een eigen schuttersvereniging, de Sint-Sebastiaensgilde.

Nieuw-Wilskerke

In het begin van de 20ste eeuw groeide langsheen de Slijpestraat (aangelegd in 1883, nu de Spermaliestraat), een nieuwe wijk, aansluitend op de dorpskom van Middelkerke. In de volksmond kreeg het de naam Nieuw-Wilskerke. Wilskerke bleef onafhankelijk tot 1977, toen het bij Middelkerke werd gevoegd.