Groot Kalkaertsleen

Deze hoeve ligt op het vroegere slibeiland Ter Waese, midden in de Testerepgeul. Dit deel van de geul is op natuurlijke wijze dichtgeslibd met geulzanden en evolueerde verder tot een schorrenplaat, op een moment dat de geul nog actief was en nog onder geringe invloed van de getijden stond. Deze periode moet relatief dicht tegen de inpoldering van de Testerepgeul in de loop van de 12de eeuw gelegen hebben. Ter Waese is op zich dus een aanwijzing van de langzame, maar geleidelijke dichtslibbing van de geulbedding in de loop van de hoge middeleeuwen.

De hoeve nam oorspronkelijk de naam van de grond waarop ze gebouwd werd, aan : Ter Waese. De hoeve valt op door haar grote, rechthoekige erf, omgeven door een walgracht. Het is een van de weinige nieuwlandgronden die in de 12de en 13de eeuw in het bezit van wereldlijke machten bleef en niet overging in religieuze handen. De feodale elite die dit hof bezat, koos hier niet voor de imitatie van een opper- en neerhof, wat toch uitzonderlijk is voor de periode en plaats.

Vandaag is het Groot Kalkaertsleen een gaaf bewaarde 18de-eeuwse site. Het ligt op een lichte verhevenheid en tot vandaag is de eeuwenoude rechthoekige omwalling gerespecteerd gebleven. De oudste gebouwen zijn witgekalkt, de twee bijgebouwen uit het interbellum niet.

Pronkstukje van deze hoeve is de rosmolen, een witgekalkt, achtzijdig bakstenen gebouwtje. Paarden, die rondom het gebouwtje liepen, stelden het maalmechanisme binnenin in werking omdat ze verbonden waren aan de maalstenen door middel van een staartbalk en het steenkoppel. Beide zijn helaas verdwenen. Het oorspronkelijke strodak werd in 1976 vervangen door mechanische pannen.